Historie

Die letzten Gebäude im Bereich der Altstadt Monschau rurabwärts stehen im Rosenthal und sind ein ehemaliger Fabrikkomplex. Deutlich erkennbar als Fabrikbauten sind die teilweise massiv errichteten Gebäude aus Bruchstein. Allerdings ist der Baukomplex im Vergleich zur Zeit um 1900 wesentlich verändert und verkleinert.

Ursprünglich hatte Johann Heinrich Scheibler hier 1757 eine Walkmühle errichten lassen, eine zweite kam 1773 von dem nun als Johann Heinrich Scheibler Söhne firmierenden Betrieb dazu. Im Laufe der Zeit entstanden weitere Produktionsgebäude, sodass hier um 1820 auch Spinn-, Rau- und Schermaschinen liefen. Die Anlage hatte zum Teil unterschiedliche Besitzer, die aber alle in engem verwandtschaftlichem Verhältnis standen bzw. direkte Nachkommen von Johann Heinrich Scheibler waren. 1855 wurde die Anlage wieder zu einer Firma vereinigt und firmierte unter dem Namen Louis Scheibler Sohn. Um 1900 waren hier noch etwa 80 Personen beschäftigt. 1908 wurde die Firma als letzter Monschauer Betrieb, der feine Wolltuche produzierte, geschlossen und zu Wohnzwecken umgebaut.

In Flussrichtung an der linken Seite der Rur ist heute noch das gemauerte Dampfkessel- und Maschinenhaus erkennbar, auch wenn der hohe Schornstein inzwischen abgerissen ist. In dem an derselben Seite gegenüber stehenden Gebäude befindet sich noch im Kellerbereich eine erhaltene Francis-Wasserturbine, die von 1921 bis 1966 elektrische Energie für die Scheiblersche Kunstwollfabrik in Dreistegen lieferte und den Überschuss ins öffentliche Netz einspeiste. Die in den Fels gehauenen wasserführenden Kanäle unter der Straße existieren ebenfalls noch, auch wenn sie zum Teil durch den später erbauten Abwasserkanal zur Monschauer Kläranlage beschädigt worden sind. In beiden Gebäuden befinden sich heute Ferienwohnungen.

Text Gabriele Harzheim

History

Rosenthal

The last buildings in the area of the old town of Monschau down the river Rur are in Rosenthal and are a former factory complex. Clearly recognisable as factory buildings are the partly solidly constructed buildings made of quarry stone. However, the building complex has been considerably altered and reduced in size compared to the time around 1900.

Originally, Johann Heinrich Scheibler had a fulling mill built here in 1757, and a second one was added in 1773 by the company now trading as Johann Heinrich Scheibler Söhne. In the course of time, further production buildings were built, so that around 1820 spinning, raising and shearing machines were also in operation here. Some of the owners of the plant were different, but they were all closely related or direct descendants of Johann Heinrich Scheibler. In 1855, the plant was reunited as one company and operated under the name Louis Scheibler Sohn. Around 1900, about 80 people were still employed here. In 1908, the company was the last Monschau business to produce fine woollen cloth and was closed down and converted to residential use.

In the direction of the river on the left side of the Rur, the brick steam boiler and engine house can still be seen today, even though the tall chimney has since been demolished. In the building opposite on the same side, there is still a preserved Francis water turbine in the basement area, which supplied electrical energy for the Scheiblersche Kunstwollfabrik in Dreistegen from 1921 to 1966 and fed the surplus into the public grid. The water-bearing canals carved into the rock under the road also still exist, even though they have been partially damaged by the sewage canal to the Monschau sewage treatment plant built later. Today, there are holiday flats in both buildings.

Text Gabriele Harzheim

Histoire

Rosenthal

Les derniers bâtiments de la vieille ville de Monschau en aval se trouvent dans le Rosenthal et sont un ancien complexe d'usines. Les bâtiments en pierre de taille, en partie massifs, sont clairement reconnaissables en tant que bâtiments d'usine. Toutefois, le complexe de bâtiments a été considérablement modifié et réduit par rapport à l'époque 1900.

A l'origine, Johann Heinrich Scheibler avait fait construire ici un moulin à foulon en 1757, puis un deuxième en 1773 par l'entreprise qui portait désormais le nom de Johann Heinrich Scheibler Söhne. Au fil du temps, d'autres bâtiments de production ont été construits, si bien qu'en 1820, des machines à filer, à gratter et à tondre fonctionnaient également ici. L'usine a eu en partie différents propriétaires, mais tous avaient des liens de parenté étroits ou étaient des descendants directs de Johann Heinrich Scheibler. En 1855, l'usine fut à nouveau réunie en une seule entreprise qui portait le nom de Louis Scheibler Sohn. Vers 1900, l'entreprise employait encore environ 80 personnes. En 1908, la société, dernière entreprise de Monschau à produire des draps de laine fins, a été fermée et transformée en habitation.

Dans le sens de la rivière, sur le côté gauche de la Roer, on reconnaît encore aujourd'hui la salle des machines et la chaudière à vapeur en briques, même si la haute cheminée a été démolie entre-temps. Dans le bâtiment situé en face du même côté, on trouve encore dans la cave une turbine hydraulique Francis conservée, qui a fourni de 1921 à 1966 de l'énergie électrique à l'usine de laine artificielle Scheibler à Dreistegen et a injecté le surplus dans le réseau public. Les canaux conducteurs d'eau creusés dans la roche sous la route existent également toujours, même s'ils ont été en partie endommagés par le canal d'évacuation des eaux usées construit ultérieurement vers la station d'épuration de Monschau. Les deux bâtiments abritent aujourd'hui des appartements de vacances.

Texte Gabriele Harzheim

Geschiedenis

De laatste gebouwen in het gebied van de oude stad Monschau aan de Rur liggen in Rosenthal en zijn een voormalig fabriekscomplex. Duidelijk herkenbaar als fabrieksgebouwen zijn de deels massieve gebouwen van breuksteen. Het gebouwencomplex is echter aanzienlijk gewijzigd en verkleind ten opzichte van de tijd rond 1900.

Oorspronkelijk liet Johann Heinrich Scheibler hier in 1757 een volmolen bouwen, en een tweede werd in 1773 toegevoegd door het bedrijf dat nu Johann Heinrich Scheibler Söhne heet. In de loop der tijd werden nog meer productiegebouwen gebouwd, zodat rond 1820 hier ook spin-, hijs- en scheermachines in bedrijf waren. Er waren verschillende eigenaren van de fabriek, maar ze waren allemaal nauw verwant of directe afstammelingen van Johann Heinrich Scheibler. In 1855 werd de fabriek herenigd als één bedrijf en opereerde het onder de naam Louis Scheibler Sohn. Rond 1900 werkten hier nog ongeveer 80 mensen. In 1908 was het bedrijf het laatste bedrijf in Monschau dat fijne wollen stoffen produceerde en werd het gesloten en omgebouwd tot woonhuis.

In de richting van de rivier aan de linkerkant van de Rur zijn de bakstenen stoomketel en het machinehuis nog steeds te zien, hoewel de hoge schoorsteen inmiddels is afgebroken. In het tegenoverliggende gebouw aan dezelfde kant staat in de kelder nog een bewaard gebleven Francis waterturbine, die van 1921 tot 1966 elektrische energie leverde aan de Scheiblersche Kunstwollfabrik in Dreistegen en het overschot aan het openbare net leverde. Ook de onder de weg in de rots uitgehouwen waterhoudende kanalen bestaan nog steeds, al zijn ze gedeeltelijk beschadigd door het later aangelegde rioolkanaal naar de zuiveringsinstallatie van Monschau. Tegenwoordig bevinden zich in beide gebouwen vakantiewoningen.

Tekst Gabriele Harzheim